Donderdag 14 juni, Cripple Creek
Onze camping ligt 5 mile ten zuiden van Cripple Creek op een berghelling met een mooi uitzicht op de omgeving. Het is de hoogst gelegen K.O.A. camping van Amerika, 3050 meter hoog. Dit is goed te merken, als we snel de berghelling oplopen zijn we zomaar buiten adem. Het is hier een graad of 25, veel warmer dan ik had verwacht, en vooral ’s morgens is de lucht heel helder.
Na ons ontbijt reden we naar het visitorcenter waar een zeer vriendelijke mevrouw ons een plattegrond en uitleg gaf over Cripple Creek en wat er zoal verder nog te zien is.
Er zijn hier nog 2 goudmijnen, waarvan de Mollie Kathleen Goldmine, vernoemd naar de vrouw die deze mijn ontdekt heeft, de bekendste is. De andere mijn is een van de grootste open goudmijnen ter wereld, hier wordt domweg de hele berg afgegraven waardoor alle goud gewonnen wordt, en niet zoals bij de Mollie Kathleen Goldmine, waar men slechts 20 % van het aanwezige goud heeft kunnen winnen.
Een mijn onder de grond te bekijken leek ons spannender toe dan een bovengrondse mijn en dus reden we naar de Mollie Kathleen Mine waar we om half twaalf met een rondleiding mee konden.
De mijngangen liggen 305 meter onder de grond en we moesten met z’n zessen, stijf tegen elkaar aan gedrukt, in een kleine gammele lift. De lift, alleen voorzien van een hekwerk, botste steeds tegen de zijkanten van de schacht en het duurde 2 minuten voordat we beneden waren. De bediening van de lift en het contact met de buiten wereld gaat mechanisch d.m.v. een koord met een belletje.
De gids, een oud mijnwerker, gaf uitleg over de zware werkomstandigheden in de mijn vanaf 1892. De mijn was in gebruik tot 1961, sinds die tijd is de mijn nog met tussenpozen in gebruik en is de productie veel lager.
Het hele productieproces werd uitvoerig uit de doeken gedaan en ook gedemonstreerd. De gids zette alle gebruikte machines in werking zoals pneumatische boorhamers en laadschoppen, een enorme herrie. Aan het eind van de rondleiding kregen we nog allemaal een goud houdend steentje mee, helaas geen goldnugget, maar een steentje met wat goudschilvers.
De rondleiding was heel interessant, we hebben heel wat geleerd over de werking van een goudmijn.
In Cripple Creek hebben we nog het Jail Museum bezocht, deze gevangenis is in 1901 gebruik genomen en pas in 1992 gesloten, waarna men er een museum van gemaakt heeft.
Op het hoogtepunt van de goudkoorts woonden in Cripple Creek ca. 47000 mensen, niet alleen goudzoekers maar ook ‘outlaws’ en prostituees. Hierdoor was er steeds ruimte tekort, in een cel van nog geen 2 bij 3 meter werden 6 gevangenen opgesloten. Ze moesten slapen in hangmatten die met haken in de muur bevestigd waren, elke morgen werden ze weer opgeborgen en ’s avonds weer opgehangen.
Hierna hebben we nog wat herinneren aan Las Vegas opgehaald door een paar casino’s in te gaan en tussen de gokautomaten door te lopen. Het waren vooral bejaarden die aan het gokken waren. Een man was met 3 gokautomaten tegelijk bezig, we keken er even naar en ineens was het raak, uit 2 tegelijk kwam een stroom van munten. Hij had een geluksdag.
Het was inmiddels al bijna 4 uur, we waren al behoorlijk moe en hongerig, tijd dus om naar te camping te rijden waar Geke met de waterkoker aan de slag ging om ons een heerlijke maaltijd te bereiden onder het genot van een Budweiser biertje.
Na nog een fijne avondwandeling en een mooie film doken we al vroeg ons bed in, het slaapt erg lekker op 3000 meter hoogte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten