woensdag 30 mei 2012


Dinsdag 29 mei, Devils tower - Sheridan - Cody
De zon schijn volop en we kunnen heerlijk buiten voor ons hutje ontbijten, maar niet te lang omdat we een lange rit voor de boeg hebben. 
Om 9:15 uur vertrekken we, nog kilometers lang zien we Devils Tower in onze spiegels. Na 45 km komen we op de snelweg, er is weinig verkeer en rond de middag zijn we al in Sheridan. Hier is niet veel te zien en daarom besluiten we om hier niet te overnachten maar door te rijden naar Cody, dan blijven we daar een dag langer.
Om van Sheridan naar Cody te komen moet je over de ‘Big horn Mountains’ en groot zijn ze, deze bergen.
Het stijgen begon op 30 km buiten Sheridan, de eerste pas kwam op 2600 meter hoogte, hierna volgde een20 km lange hoogvlakte en vervolgens de hoogste pas op bijna 3000 meter hoogte. Hierna bleven we een tijd op deze hoogte rijden, onderweg zagen we nog een langlaufer en 2 elanden die voor ons de weg overstaken.
Bij ‘Medicin Wheel’ op 3048 meter hoogte zijn we even gestopt, helaas was de toegang vanwege de vele sneeuw afgesloten. Medicin wheel is een oude steencirkel die heilig is voor de Sioux- en Cheyenne-indianen in dit gebied. Zij zijn verantwoordelijk voor alle doekjes die er aan het hek hangen dat om de cirkel heen staat. Deze doekjes, die we ook al bij Devils Tower zagen, zijn een offergave aan Manitou, de grote geest.
Even later begon de afdaling, eerst erg steil met grote S-bochten en het laatste gedeelte in één lage rechte lijn naar beneden. In de vrijloop, met 120 km/u en dat meer dan 10 km achter elkaar. Nu de afdaling was het nog ca. 80 km naar Cody.
Cody ligt op een hoogvlakte van 1500 meter hoog en is een toeristisch stadje genoemd naar William E. Cody, alias Buffalo Bill.  Alles is hier in cowboystijl, je kunt er naar rodeo’s en in de zomer is er ’s avonds een ‘shoot out’.
Tegen 18:00 uur, nadat we onze cabin ingericht hadden, reden we naar het centrum van Cody. Hier zijn we gaan eten in restaurant en saloon Irma hotel, dit restaurant behoorde ooit toe aan Irma  de dochter van Buffalo Bill. Hier vind je het wilde Westen in het klein, jachttrofeeën, kroonluchters van hertengeweien, een inmense spiegel en zelfs een tapkast van weichselhout, die door koningin Victoria aan Buffalo Bill werd geschonken. Waar kun je beter uit eten gaan op je 58e verjaardag dan in zo’n eetmuseum?
Het restaurant staat bekend om z’n voortreffelijke malse steaks, maar Geke moest zo nodug een stukje zalm eten. In elk geval hebben we heerlijk gegeten en genoten van deze bijzondere ambiance.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten